Heeroom Pieter

         C             F             C
Heeroom Pieter was pastoor in Sint Agaath
        Am             Dm              Am
en hij zorgde door de jaren voor zijn zielen
         G                           C      Am
die hem gaandeweg en beurtelings ontvielen
          B7                                 Em
ook voor roomsen komt de dood toch vroeg of laat

         E7                         Am
Heeroom Pieter woonde in zijn pastorie
          D7                          G
met tien kamers veel te veel om te bewonen
          C              C7           F
met zijn boeken zijn brevier en rode konen
Bes   Es               D7              G  G7
en natuurlijk ook nog met zijn meid Marie

    C            Cmaj7                Am  Am7
en zaterdags dan werkt hij aan zijn preek
     Am6                           E
dat doet hij in zijn eigen bibliotheek
        Am            F                 G
want devotie en ook troost weet hij te zoeken
      G7               G             C
in en áchter al zijn zwaar geleerde boeken

Refrein:
C          F
achter Balzac
             Dm
staat de cognac
G          C
en bij Malraux
               Am
staat de cointreau
Am7           Dm
    de witte wijn
              G
staat bij Calvijn
       C        Am   F   C
en je vindt de rode port er
         Am       D      G  C
bij de ‘Mei’ van Herman Gorter

Heeroom Pieter dronk dus ’s avonds in ’t geniep
tot er in zijn preek de felle vonken kwamen
van het hemelvuur en daarna schreef hij ‘amen’
en dan dronk hij door totdat hij bijna sliep

Heeroom Pieter ging des zaterdags naar bed
met de alcohol tot ver boven zijn oren
want zijn preek die was geschreven naar behoren
en hij had de flessen keurig terug gezet

en Heeroom Pieter repte met geen woord
van deze zonde, werk’lijk ongehoord
slechts Marie die stiekem aan de deuren luistert
hoort op zaterdag hoe Heeroom Pieter fluistert

Refrein

maar de bisschop door Marie gealarmeerd
kwam de eerste zaterdag eens inspecteren
een glas wijn dat kon de bisschop wel waarderen
maar een zuiplap in zijn bisdom was te veel

dus de bisschop sprak in duidelijke taal
‘het moet uit zijn met dat drinken beste Pieter
’t is toch al te gek die dagelijkse liter
en onmatigheid dat is een duivelskwaal’

en Heeroom trok na deze donderpreek
met de bisschop naar zijn eigen bibliotheek
vele uren hebben zij daar zitten praten;
middernacht toen klonk tweestemmig door de straten

Refrein

Heeroom Pieter moest die morgen weer vroeg op
want de zondag kent voor priesters zo zijn plichten
en hij moest de misdienst immers dan verrichten
ook al zat de kater stevig in zijn kop

Heeroom Pieter schoot wat trillend in zijn toog
en hij repte zich met kwieke pas ter kerke
want die kater daarvan mocht geen mens wat merken
daarvoor was het ambt van priester toch te hoog

en Heeroom preekte zeker een kwartier
van ‘t groot gevaar van alcohol en bier
maar toen hij de beker nam om wijn te drinken
hoorde hij plotseling dit koorgezang weerklinken

Refrein