Jij moet altijd mooi zijn

Voorspel: F C

Refrein:
     C
Jij moet altijd mooi zijn, jij moet altijd lief zijn,
                                             G
jij moet altijd jong zijn, alleen maar voor mij;
   G7
alleen maar voor mij zijn, voor mij altijd blij zijn,
                                          C7
het hele jaar mei zijn, alleen maar voor mij.
     F           C              F           C
Jij moet altijd mooi zijn, jij moet altijd lief zijn,
     F           C            C7             F
jij moet altijd jong zijn, alleen maar voor mij;
                                             C
alleen maar voor mij zijn, voor mij altijd blij zijn,
               G7                         C  G7
het hele jaar mei zijn, alleen maar voor mij.

    C          G          C         G
Ik hou van de zonneschijn over jouw wangen
   C              G        C          G
en ook van die sproetjes vlak op jouw neus.
    C         G            C          G
Ik zou alle vlinders voor jou willen vangen,
      C           G           C            G
voor jou zou ik sterk willen zijn als een reus.
    F        C         F         C
Ik ben jouw kabouter, kaboutertje Wouter;
    F           C         G
ik bouw je een huis met slagroom erop.
    F             C         F          C
En wordt het wat kouder en zijn we wat ouder;
      Am                    D7         G
leun tegen m’n schouder en warm je wat op.

Want, jij moet altijd mooi zijn, jij moet altijd lief zijn,
jij moet altijd jong zijn, alleen maar voor mij;
alleen maar voor mij zijn, voor mij altijd blij zijn,
het hele jaar mei zijn, alleen maar voor mij.
Jij moet altijd mooi zijn, jij moet altijd lief zijn,
jij moet altijd jong zijn, alleen maar voor mij;
alleen maar voor mij zijn, voor mij altijd blij zijn,
het hele jaar mei zijn, alleen maar voor mij.

Vertel tegen niemand hoe goed wij het hebben;
ze zullen het toch geen van allen verstaan.
De mensen zijn spinnen, ze spinnen maar webben,
ze weten de bloemen, de bloemen niet staan.
O liefelijk elfje, o hemelgewelfje,
m’n ster en m’n zee en m’n zon en m’n maan.
Laat hen maar betijen, wij beiden wij vrijen,
en wat komt de rest er dan toch nog op aan.

Want, jij moet altijd mooi zijn, jij moet altijd lief zijn,
jij moet altijd jong zijn, alleen maar voor mij;
alleen maar voor mij zijn, voor mij altijd blij zijn,
het hele jaar mei zijn, alleen maar voor mij.
Jij moet altijd mooi zijn, jij moet altijd lief zijn,
jij moet altijd jong zijn, alleen maar voor mij;
alleen maar voor mij zijn, voor mij altijd blij zijn,
het hele jaar mei zijn, alleen maar voor mij.