Ballade van de molenaar
B7 Em Em Am Em Bm Em
Een molenaar keek uit zijn molen des winters over de sneeuw,
Am Em D G
des zomers over het koren als molenaars eeuw aan eeuw,
F Em B7 Em
maar hij keek veel meer en veel langer, er groeide een hechte band,
Am B7 Em Bm Em
een diep en weemoedig verlangen en hij werd verliefd op zijn land.
Em B7 Em Am Em B7 Em
haidaidai...
Toen werd er plots oorlog geblazen, hij greep gepak en geweer;
het werd een rennen en razen, hij dacht aan niets anders meer.
Toch zag hij soms in vreemde streken de wenk van een molenwiek,
dan was ‘t of zijn hart zou breken en dagenlang was hij ziek.
haidaidai...
Doch, hij kon er niet over spreken; zijn makkers lachten hem uit.
Ze hadden nog nooit sneeuw bekeken door een kijkgat of een ruit.
Hij zocht te vergeten in wodka en kloeg zijn nood aan de bar,
en luisterde ‘r een, ’t was Anuschka en hij werd verliefd op haar.
haidaidai...
Fm Besm Fm Cm Fm
Hij zei: ‘Jij bent slank als de torens; de torens, ginds in mijn land,
Besm Fm Es As
je haar is blond als het koren, het koren, ginds in mijn land.’
Ges Fm C7 F
Hij zei: ‘Je hebt blauw in je ogen van de hemel van mijn land.
Besm C7 Fm Cm Fm
Zij zei: ‘k Zal je in eeuwigheid mogen’, en legde haar hand in zijn hand.
Fm C7 Fm Besm Fm C7 Fm
haidaidai...
Sindsdien zocht hij vergeet-me-nietjes aan ’t front voor zijn lieve schat,
hij vocht en floot daarbij liedjes omdat hij Anuschka had.
Toen werd er plots einde geblazen; het vaderland had z’n recht.
Thuis liepen de koeien te grazen en de molen stond nog recht.
haidaidai...
Fism Bm Fism Cism Fism
Doch, zijn land kon hem niet meer bekoren; iets anders zong diep in hem.
Bm Fism E A
Anuschka wiegde in ’t koren, de wind was Anuschka’s stem.
G Fism Cis7 Fis
Hij zocht in de dauw naar haar tranen, in de wolk zocht hij haar gelaat.
Bm Cis7 Fism Cism Fism
Hij schreef haar en wachtte veel manen en raakte ten einde raad.
Fism Cis7 Fism Bm Fism Cis7 Fism
haidaidai...
Doch, hij kon er niet over spreken; de mensen lachten hem uit.
Hij werd er zelfs schuin om bekeken en zweeg van zijn oorlogsbruid.
Hij trok zich terug in zijn toren; een zwijgzaam zonderling;
hij maalde met stenen het koren en zijn hart met herinnering.
haidaidai...