Blij liedje
G
C G C
Kom als ik
dood ga niet te dicht bij mij,
G
Em F D
mijn
kinderen, mijn vrienden allemaal,
G C
sluit de gordijnen niet
G C Bm
en laat het licht maar vrij naar binnen,
Em A A7 D
dood gaan is normaal.
Praat niet zo
zacht en laat de bakker binnen
met warme
broodjes voor na het requiem,
schrijf in
mijn doodsbericht niets over beminnen en kijk niet
hoe ik de
deken vast omklem.
Lees me iets
voor, iets uit het boek der wijzen,
uit Jessaia of het verhaal van Job,
drink een
glas wijn,
laat mij zijn
zoetheid prijzen en dan zwijgen we,
dan zijn de
woorden op.
Maar als ik
dood ben en mijn hart wordt koud,
leg dan mijn
liefste uw handen op mijn hart,
blijf dicht
bij mij
totdat het
warmer wordt, dan geeft het niet
dat al mijn
leden zijn verstard
G
C G
dan geeft het niet.