De geliefden

 

Ze staat verlegen in een steeg,
ze wacht op hem de steeg is leeg
de straten stromen vol met regen
haar regenjas glimt van 't nat,
ze is het wachten allang zat
maar hij zou komen tegen negen
Hij komt en geeft haar vlug een arm,
ze heeft het plots ontzettend warm
haar hart klopt bonzend in haar kleren
ze schuiven langs de huizen voort,
ze schuilen even in een poort
vergeten tijd vergeten regen

Hij weet een fijne bioscoop,
hij zegt, het is er ook goedkoop
zij vindt het goed zegt ze verlegen
de beelden dansen over 't doek
ze zitten samen in een hoek
ze hebben beiden zo hun gedachten
twee tortels in een gouden kooi,
hij denkt ze is vandaag zo mooi
en zij zit zomaar wat te wachten
een streling en een lange zoen,
die ze dan nog eens overdoen
vier handen en twee blije harten

Ze lopen later weer op straat,
wat vlugger nu het is al laat
De regen stroomt over hun kleren
De wereld is van hen alleen,
met bloemen tussen stof en steen
wat kan die tortelduiven deren
en morgen in een and're steeg
een and're hij de steeg is leeg
hoe lang zal hij nog moeten wachten
Geliefden lopen altijd heen
tussen de mensen heel alleen
zij blijven op een wonder wachten