Zeven wijzen
Capo 1
C F G
Mijnheer de burgemeester en zijn zeven wijzen
C F G
zitten rond de tafel en praten over prijzen;
E Am D G
de prijzen van de grond, subsidies voor de kerk;
C G C F C F
de toestand is gezond noteert de stadhuisklerk.
“De toestand is gezond,” zegt ook de eerste schepen;
hij koopt een massa grond en snijdt die dan in repen,
hij weet het al zo lang, straks komt die autostrade;
de schepen is niet bang, want de schepen lijdt geen schade.
“De toestand is gezond,” zegt ook de secretaris,
hij schrijft het in zijn boek; hij weet dat het niet waar is;
straks zal hij bij een glas de bouwmeester bepraten;
ze heffen dan hoog het glas, want zaken zijn toch zaken.
“De toestand is gezond,” zegt ook de burgemeester,
hij rook al heel lang lont, die knappe burgemeester;
straks komt een nieuw bedrijf van damesonderkleren;
het heeft niet veel om ’t lijf, maar hij zal ’t wel beheren.
Zo zit die wijze raad van zeven wijze mensen
het volk met raad en daad te helpen bij zijn wensen;
Zo groeit en leeft een dorp, zo komt er ook expansie,
zo denkt elkeen van ’t dorp: wacht maar tot ik de kans zie!